Van linksboven naar rechtsonder: Bart Faber, Tessel Schouwink, Maartje Schouwstra, Roosmarijn Stout en Dominique Wiedeman.
Tijdens zijn bachelor Nederlandse Taal en Cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen ontdekte Bart Faber (1996) zijn interesse voor journalistiek. Tegelijkertijd intrigeerde de communicatie van multinationals hem altijd al. In het bijzonder die van vervoersbedrijven, zoals KLM en NS, en luchthaven Schiphol. Hij is nieuwsgierig naar de strategieën achter tekst: van persbericht tot tweet. In de master Tekst en Communicatie (Communicatie- en Informatiewetenschappen) vond hij de perfecte combinatie van journalistiek en communicatie. De onderdelen die zijn gericht op de beroepspraktijk spreken hem het meest aan: diverse soorten journalistieke teksten schrijven, een communicatieplan opstellen, een communicatie-evenement organiseren met zijn medestudenten en de stage. "Die voelen voor mij als de vertaalslag maken van het academische van de universiteit naar het praktische nut ervan voor de maatschappij. Academische kennis over tekst en communicatie gebruiken voor de productie ervan, afgestemd op doel en publiek." Met zijn diploma op zak hoopt Bart in "het dynamische Amsterdam vol kansen en mogelijkheden" een baan te vinden bij een organisatie waarin hij zich binnen een groot en divers team kan ontwikkelen en bezighouden met strategische communicatie.
Tessel Schouwink (1996) houdt van alles wat met taal te maken heeft. “De combinatie van argumentatieleer en schrijven, dat vind ik interessant.” Hier heeft ze zich in verdiept tijdens haar bachelor Taal en Communicatie (Nederlandse Taal en Cultuur) aan de Universiteit van Amsterdam. De master Tekst en Communicatie (Communicatie- en Informatiewetenschappen) sloot hier perfect op aan, en bracht haar naast een verdieping in de argumentatietheorie nog betere journalistieke vaardigheden. Ze leest graag literatuur om haar taalgevoel te blijven ontwikkelen. Haar passie voor taal heeft ze ook ingezet voor haar studentenvereniging, waar ze als secretaris van haar dispuut veel stukken moest schrijven. Naast haar studie een hele verantwoordelijkheid, maar ambitieus als ze is gaat Tessel gaat een uitdaging niet uit de weg. Politiek is haar tweede grote interesse. Daarom start ze komend studiejaar met een tweede master, die volledig in het teken staat van beide interesses: Politieke Communicatie (Communicatiewetenschap). Haar droombaan? Een waarin ze aan een stuk door kan schrijven. “Een adequate beheersing van de taal wordt nog weleens ondergewaardeerd, maar niet door mij! Correcte mails opstellen, sterke stukken schrijven; ik weet wat ik te bieden heb.”
Toen Maartje Schouwstra (1996) in 2015 aan de Universiteit Leiden begon met haar bachelor Russische Studies, zocht ze uitdaging. Het was een taal die ze niet kende, en dit sprak haar aan. Twee lange periodes woonde ze in St. Petersburg om te studeren, waar ze zich de taal en ook de cultuur eigen maakte. Aan het einde van haar studie liep ze stage op de communicatieafdeling van een kleine non-profitorganisatie, om vervolgens vol overtuiging voor de master Tekst en Communicatie (Communicatie- en Informatiewetenschappen) te kiezen. “Je leert tijdens deze master vaardigheden die je kunt gebruiken in de praktijk. Met goed schrijven kun je veel bereiken." Maartje hoopt in de toekomst te gaan werken bij een organisatie die een humanitaire bijdrage levert aan de maatschappij. “Dat zou ik willen doen door met teksten te emotioneren, inspirerende verhalen te vertellen, onbekende mensen een gezicht te geven of droge informatie toegankelijk en interessant te maken voor een breed publiek.”
Gedurende haar bachelor Taalwetenschap aan de Universiteit Leiden legde Roosmarijn Stout (1996) al een brede basis voor de master Tekst en Communicatie (Communicatie- en Informatiewetenschappen). Ze volgde zowel de minor Journalistiek en Nieuwe Media aan dezelfde universiteit als de minor Argumentatie in Theorie en Praktijk aan de Universiteit van Amsterdam. Daar heeft ze nu veel profijt van. "In deze master komt de stof van beide minoren uitgebreider naar voren en in combinatie met communicatie vind ik hier veel diepgang." Tijdens haar stage bij LCS op Schiphol heeft Roosmarijn ervaring met verschillende genres opgedaan: webteksten, interviews en achtergrondverhalen bijvoorbeeld. Het is vooral dat laatste genre wat haar aanspreekt: "Het is mijn passie om zaken uit te zoeken en deze begrijpelijk te maken voor een breed publiek." Wat ze nog verder kan ontwikkelen, vind ze zelf, is het levendig opschrijven van haar teksten. Dit is een nobel streven voor tijdens haar masterstage die in september 2020 van start gaat. Waar ze daarna wil gaan werken? "Bij een non-profitorganisatie of bij de overheid. Sowieso geen grote, boze bedrijven voor mij. Wat me zoal leuk en nuttig lijkt is het verbeteren van ambtenaarsteksten, want die kunnen over het algemeen echt stukken makkelijker."
Dominique Wiedeman (1994) verdiepte zich tijdens zijn bachelor Media en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam in journalistiek. Voor het studieblad Xi Magazine schreef hij over televisie. Naast de minor Journalistiek en Kritiek aan dezelfde universiteit, volgde hij de minor Journalistiek en Nieuwe Media aan de Universiteit Leiden. Daarna liep hij stage bij respectievelijk de Volkskrant, Elsevier Weekblad en het Leidsch Dagblad. Hier schreef hij over uiteenlopende onderwerpen: van cultuur tot economie en van digitale media tot studentenhuisvesting in de Leidse binnenstad. Zijn vierde stage liep Dominique op de communicatieafdeling van Albert Heijn, waar hij bleef werken tijdens zijn afstudeerjaar. Vervolgens begon hij aan de master Tekst en Communicatie (Communicatie- en Informatiewetenschappen). De combinatie van journalistiek, argumentatie en communicatie hierin zorgt voor een waardevolle uitbreiding van zijn kennis. "De vakken over argumentatie en communicatie in de gezondheidssector en in rechtspraak hebben mij doen inzien dat er tal van mogelijkheden bestaan op de arbeidsmarkt als communicatiespecialist." Als journalist schrijft hij het liefst opiniestukken, interviews, achtergrondverhalen en reportages. "In een toekomstige baan hoop ik mijn academische kennis over audiovisuele en tekstuele communicatie in te kunnen zetten. Binnen een organisatie met een missie en visie waar ik achter sta. De journalist in mij leeft ook nog steeds voort, merk ik. Zo kon ik het afgelopen jaar tijdens de master niet laten om mijn opinies in universiteitskrant Folia, faculteitstijdschrift Babel en de Gaykrant te delen."
Tijdens zijn bachelor Nederlandse Taal en Cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen ontdekte Bart Faber (1996) zijn interesse voor journalistiek. Tegelijkertijd intrigeerde de communicatie van multinationals hem altijd al. In het bijzonder die van vervoersbedrijven, zoals KLM en NS, en luchthaven Schiphol. Hij is nieuwsgierig naar de strategieën achter tekst: van persbericht tot tweet. In de master Tekst en Communicatie (Communicatie- en Informatiewetenschappen) vond hij de perfecte combinatie van journalistiek en communicatie. De onderdelen die zijn gericht op de beroepspraktijk spreken hem het meest aan: diverse soorten journalistieke teksten schrijven, een communicatieplan opstellen, een communicatie-evenement organiseren met zijn medestudenten en de stage. "Die voelen voor mij als de vertaalslag maken van het academische van de universiteit naar het praktische nut ervan voor de maatschappij. Academische kennis over tekst en communicatie gebruiken voor de productie ervan, afgestemd op doel en publiek." Met zijn diploma op zak hoopt Bart in "het dynamische Amsterdam vol kansen en mogelijkheden" een baan te vinden bij een organisatie waarin hij zich binnen een groot en divers team kan ontwikkelen en bezighouden met strategische communicatie.
Tessel Schouwink (1996) houdt van alles wat met taal te maken heeft. “De combinatie van argumentatieleer en schrijven, dat vind ik interessant.” Hier heeft ze zich in verdiept tijdens haar bachelor Taal en Communicatie (Nederlandse Taal en Cultuur) aan de Universiteit van Amsterdam. De master Tekst en Communicatie (Communicatie- en Informatiewetenschappen) sloot hier perfect op aan, en bracht haar naast een verdieping in de argumentatietheorie nog betere journalistieke vaardigheden. Ze leest graag literatuur om haar taalgevoel te blijven ontwikkelen. Haar passie voor taal heeft ze ook ingezet voor haar studentenvereniging, waar ze als secretaris van haar dispuut veel stukken moest schrijven. Naast haar studie een hele verantwoordelijkheid, maar ambitieus als ze is gaat Tessel gaat een uitdaging niet uit de weg. Politiek is haar tweede grote interesse. Daarom start ze komend studiejaar met een tweede master, die volledig in het teken staat van beide interesses: Politieke Communicatie (Communicatiewetenschap). Haar droombaan? Een waarin ze aan een stuk door kan schrijven. “Een adequate beheersing van de taal wordt nog weleens ondergewaardeerd, maar niet door mij! Correcte mails opstellen, sterke stukken schrijven; ik weet wat ik te bieden heb.”
Toen Maartje Schouwstra (1996) in 2015 aan de Universiteit Leiden begon met haar bachelor Russische Studies, zocht ze uitdaging. Het was een taal die ze niet kende, en dit sprak haar aan. Twee lange periodes woonde ze in St. Petersburg om te studeren, waar ze zich de taal en ook de cultuur eigen maakte. Aan het einde van haar studie liep ze stage op de communicatieafdeling van een kleine non-profitorganisatie, om vervolgens vol overtuiging voor de master Tekst en Communicatie (Communicatie- en Informatiewetenschappen) te kiezen. “Je leert tijdens deze master vaardigheden die je kunt gebruiken in de praktijk. Met goed schrijven kun je veel bereiken." Maartje hoopt in de toekomst te gaan werken bij een organisatie die een humanitaire bijdrage levert aan de maatschappij. “Dat zou ik willen doen door met teksten te emotioneren, inspirerende verhalen te vertellen, onbekende mensen een gezicht te geven of droge informatie toegankelijk en interessant te maken voor een breed publiek.”
Gedurende haar bachelor Taalwetenschap aan de Universiteit Leiden legde Roosmarijn Stout (1996) al een brede basis voor de master Tekst en Communicatie (Communicatie- en Informatiewetenschappen). Ze volgde zowel de minor Journalistiek en Nieuwe Media aan dezelfde universiteit als de minor Argumentatie in Theorie en Praktijk aan de Universiteit van Amsterdam. Daar heeft ze nu veel profijt van. "In deze master komt de stof van beide minoren uitgebreider naar voren en in combinatie met communicatie vind ik hier veel diepgang." Tijdens haar stage bij LCS op Schiphol heeft Roosmarijn ervaring met verschillende genres opgedaan: webteksten, interviews en achtergrondverhalen bijvoorbeeld. Het is vooral dat laatste genre wat haar aanspreekt: "Het is mijn passie om zaken uit te zoeken en deze begrijpelijk te maken voor een breed publiek." Wat ze nog verder kan ontwikkelen, vind ze zelf, is het levendig opschrijven van haar teksten. Dit is een nobel streven voor tijdens haar masterstage die in september 2020 van start gaat. Waar ze daarna wil gaan werken? "Bij een non-profitorganisatie of bij de overheid. Sowieso geen grote, boze bedrijven voor mij. Wat me zoal leuk en nuttig lijkt is het verbeteren van ambtenaarsteksten, want die kunnen over het algemeen echt stukken makkelijker."
Dominique Wiedeman (1994) verdiepte zich tijdens zijn bachelor Media en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam in journalistiek. Voor het studieblad Xi Magazine schreef hij over televisie. Naast de minor Journalistiek en Kritiek aan dezelfde universiteit, volgde hij de minor Journalistiek en Nieuwe Media aan de Universiteit Leiden. Daarna liep hij stage bij respectievelijk de Volkskrant, Elsevier Weekblad en het Leidsch Dagblad. Hier schreef hij over uiteenlopende onderwerpen: van cultuur tot economie en van digitale media tot studentenhuisvesting in de Leidse binnenstad. Zijn vierde stage liep Dominique op de communicatieafdeling van Albert Heijn, waar hij bleef werken tijdens zijn afstudeerjaar. Vervolgens begon hij aan de master Tekst en Communicatie (Communicatie- en Informatiewetenschappen). De combinatie van journalistiek, argumentatie en communicatie hierin zorgt voor een waardevolle uitbreiding van zijn kennis. "De vakken over argumentatie en communicatie in de gezondheidssector en in rechtspraak hebben mij doen inzien dat er tal van mogelijkheden bestaan op de arbeidsmarkt als communicatiespecialist." Als journalist schrijft hij het liefst opiniestukken, interviews, achtergrondverhalen en reportages. "In een toekomstige baan hoop ik mijn academische kennis over audiovisuele en tekstuele communicatie in te kunnen zetten. Binnen een organisatie met een missie en visie waar ik achter sta. De journalist in mij leeft ook nog steeds voort, merk ik. Zo kon ik het afgelopen jaar tijdens de master niet laten om mijn opinies in universiteitskrant Folia, faculteitstijdschrift Babel en de Gaykrant te delen."